100 km hardlopen. Ben je gek?

Zaterdag 21 oktober 4u30 gaat de wekker. Ik ga deelnemen aan de Indian Summer Ultra in Drenthe. 102 km trailrunnen door bos, heide, zandvlakten en drassige boeren velden. Om 6 uur start ik met een hoofdlamp op in het donker en zal na 102km in het donker om 21u10 weer finishen. Onderweg de spreekwoordelijke pieken en dalen. Mooie beelden van de vele hooflampjes in het donker, de zonsopgang, heidevelden, grote vijvers, prachtige stukken bos en de eerste 60 km het genieten van lekker lopen in deze omgeving. Maar ook tot je enkels in de modder, pittige zandheuvels en dan vooral vanaf 60km de pijn in je benen.

Na de vraag “ben je gek”?” zijn de meest gehoorde vragen “hoe doe je dat?” en “waarom?”.

Om met het “hoe” te beginnen. Eigenlijk is het een voorbereiding van jaren. Je begint niet bij een 100km. Ik maakte stappen van de halve marathon naar marathon , de eerste trailruns van 50km en uiteindelijk deze 100km. Maar 100km valt niet te trainen. Je kunt niet een aantal zaterdagen 70km lopen zoals je de 30 km loopt in voorbereiding op de marathon. Dus veel duurlopen van 25-30 km , de marathon van Rotterdam en twee trailwedstrijden van 40km als voorbereiding. Maar alles voorbij de 50km is onbekend terrein. Dan wordt het vooral een mentale uitdaging. Want na 60km gaat het sowieso pijn doen en dan moet je er nog 42! Dan wordt het een gesprek met jezelf. Na 50km begint de vermoeidheid al een beetje toe te slaan. Nog maar 10km tot de volgende stop. Bij 60 km begon de stramheid. Ik ben over de helft, vanaf nu aftellen. Bij 75 zat ik stuk en werd stramheid spierpijn. Nog maar 5 km tot de volgende stop, daar staan vrouw en kindjes weer en vanaf daar is het nog maar 20km. Bij 80km was het blijven dribbelen al wat moeilijker. Dit is de laatste etappe, zelfs als ik nu ga wandelen kom ik op tijd binnen!!! Een licht euforisch gevoel dat het met wisselend succes probeert te winnen van de pijn. De laatste 10 km gaan op puur karakter. Het is nu stekende pijn en echt aanzetten lukt niet meer. De laatste kilometers alleen in het donker met een hoofdlamp in een donker bos zijn heel bijzonder, bijna sprookjesachtig. Het gaat gewoon lukken!! Het besef dat je er bijna bent zorgt ervoor dat je blijft lopen , kleine stapjes nog maar, af en toe wandelen maar blijven bewegen. Euforisch juichen en schreeuwend bij de finish? Nee ik was als eerste vooral blij dat het voorbij was. Maar al na enkele minuten daarna komt de vreugde en de trots. Het gevoel dat je het geflikt hebt. En dan komen de beelden terug. De spierpijn, de modder en de zandheuvels die ik vervloekte worden ineens mooie herinneringen. Avontuur, het gevoel dat je leeft, dat je heel veel kan als je maar echt wilt, de grens opzoeken, de twijfel die er ook was maar die je scherp maakt, trots en heel veel mentale energie!

Zou dat de reden zijn waarom ik dit doe?!

 

Verne Harnish heeft het in zijn boek Scaling Up over een BHAG Big  Hairy Audacious Goal. Een gedurfd doel geeft energie en inspiratie. Zeker als dat doel specifiek is en bijna onbereikbaar lijkt. Het formuleren van zo’n doel met een can do mentaliteit zorgt voor ongekende mogelijkheden